Nummer

What a Fool Believes

Nummer van The Doobie Brothers
Origineel op album Minute by Minute (1978)

Lead vocals: Man

Taal: Engels

Wikipedia (Nederlands)
Inhoud van Wikipedia met licentie Creative Commons BY-SA 4.0
Laatst geladen: 3 maanden geleden

What a Fool Believes is een single van The Doobie Brothers uit 1978. B-kant is Don’t Stop to Watch the Wheels. What a Fool Believes is geschreven door Michael McDonald en Kenny Loggins. Het nummer won zowel de Grammy voor Best Record als voor Best Song op de 22e Grammy Awards in 1980. Het was de periode dat door de stem van McDonald de muziek een wat softere kant op ging; een vergelijking met bijvoorbeeld China Grove, een andere single van de band, maar pure rock, is haast niet te maken. De sfeer is die van tussen soul en rock in. Te veel rock voor soulliefhebbers (McDonald-fans) en te veel soul voor de pure rockliefhebbers (Doobie-fans), was destijds de mening. In de Verenigde Staten haalde het desondanks in 1979 de nummer 1-positie in de Billboard Hot 100; Nederland volgde pas veel later in 1986 met de twaalfde plaats als hoogste notering.

Een bijzonderheid is dat Michael Jackson beweerde op een van de opnamen te hebben meegezongen; zijn naam wordt echter niet op het bijbehorende album vermeld. Het lied gaat over een verloren gegane liefde, waarbij de man maar steeds nog denkt dat ze ooit naar hem zal terugkeren.

Wikipedia (Engels)
Inhoud van Wikipedia met licentie Creative Commons BY-SA 4.0
Laatst geladen: 3 maanden geleden

"What a Fool Believes" is a song written by Michael McDonald and Kenny Loggins. The best-known version was recorded by American rock band the Doobie Brothers (with McDonald singing lead vocals) for their eighth studio album Minute by Minute (1978). Debuting at number 73 on January 20, 1979, the single reached number one on the Billboard Hot 100 on April 14, 1979, for one week. The song received Grammy Awards in 1980 for both Song of the Year and Record of the Year. In 2024, the song was inducted into the Grammy Hall of Fame.

The song was one of the few non-disco No. 1 hits on the Billboard Hot 100 during the first eight months of 1979.